Misschien volg je, net als ik, de CF-blog van Ronnie Sharpe.
Vaak trek ik me op aan zijn verhalen, aan zijn determination
en de manier waarop hij zijn eigen pad volgt.
Even zo vaak, irriteer ik me (en ik schreef er al vaker
over, bijvoorbeeld hier) aan zijn (Amerikaanse) gedachte van de maakbare wereld, het idee dat je alles zelf in
de hand hebt; ‘I have CF but I will never let it have me’.
In dat spanningsveld begeef ik mij een beetje als ik ga
schrijven over hoe ik mijn bloedsuiker beter maakte.
Want dat impliceert dat als ik het kan, iedereen het kan en
als je dat doorredeneert; waarom bestaat er dan nog diabetes?
In de meeste gevallen als het CF betreft, geloof ik in een
zekere mate van eigen verantwoordelijkheid, gecombineerd met een geluksfactor.
Sommige dingen kan je beinvloeden, anderen niet.
In mijn geval (en echt, ik spreek alleen voor mezelf) is diabetes iets wat ik zelf kan beinvloeden en wat ik voorheen niet genoeg deed.
Ik zal je vertellen hoe het ging:
Het was op een mooie ochtend eind vorig jaar, toen ik weer eens bij
mijn suikerdok kwam.
Alleen... ik trof een vervanger.
Mijn eigenlijke suikerdok en ik, wij hebben een losse band.
Ik geef aan haar openlijk toe dat diabetes niet hoog op mijn
prioriteitenlijstje staat en zij accepteert dat zonder enig bezwaar.
Zij weet dat ik teveden ben met genoeg lucht en redelijke
bloedsuikers en daarmee is de kous af.
Maar nu, was daar dus de Vervanger.
We bespraken mijn leven, hij keek naar mijn
langetermijnbloedsuiker en mijn 7-puntscurve en keek mij vervolgens indringend
aan, zoals alleen een Echte Dokter dat kan;
“Weet je wat ik niet begrijp?”, vroeg hij, “Jij hebt echt
alles in je leven onder controle, voor zover dat kan dan. Je wil het goede doen
voor de wereld, wereldvrede enzo lees ik hier
en dan
accepteer je een bloedsuiker van 10.1 in de middag”.
Uhuh.
Mijn verweer was dat ik 10.1 best heel redelijk acceptabel
vond en ik nergens last van had en blaaa die blaaa…
“Maar als je je bloedsuiker naar 10.1 kan brengen, dan kan
je hem ook verlagen.
Naar 8.1 bijvoorbeeld. Ik zeg maar wat.
Ik denk dat jij dat gewoon kunt. Je doet het alleen niet”.
Bam
In de roos, dokter.
Tot dat moment beschouwde ik mijn diabetes als een
extraatje. Een dingetje wat bij CF komt en waar ik wel eens last van heb.
Een beetje zoals wiskunde op de middelbare school: Noodzakelijk kwaad en als je een 5,5 haalt, is het toch prima?
Een beetje zoals wiskunde op de middelbare school: Noodzakelijk kwaad en als je een 5,5 haalt, is het toch prima?
Maar ineens, right there and then, herinnerde ik mij
de quote van Meredith in Grey’s Anatomy:
And that was all there is to it.
Ik maakte geen deal met deze dokter, sprak niks af,
verontschuldigde mij evenmin.
Maar vanaf toen kwam mijn suiker, hoger op mijn lijst.
10 keer per dag meten,
Niet akkoord gaan met een bloedsuiker hoger dan 7 of lager
dan 3.5.
Ohja en ik zwoer suikerhoudende dranken af.
Dat ook.
Geen andere drank meer behalve water en thee-zonder-suiker.
En nu?
Voel ik me nu beter dan met een hogere HbA1c?
Nope.
Ik voel me hetzelfde en heb zelfs vaker hypo’s.
Ik heb meer blauwe plekken van het spuiten dan oooooit!
Ik heb meer blauwe plekken van het spuiten dan oooooit!
Dus voor het acute fysieke betere gevoel hoef ik het niet te doen.
Het gaat om die trigger.
En om het besef;
Als ik lang ga leven, wil ik alles.
Dan wil ik een oud omaatje zijn die niet blind is, maar die
vanuit haar schommelstoel nog kan zien dat haar achterkleinkinderen
touwtjespringen in de achtertuin.