Even langs mijn werk om te bespreken wanneer ik weer ga beginnen, loopt uit op
heerlijke uurtjes op het terras,
Mee-eten...
Het is ZO heerlijk- fijn om weer terug in de
wereld te zijn en te doen alsof er niks is gebeurd.
Ineens ging mijn telefoon.
En jaaa, achter het afgeschermde nummer
schuilde niemand minder dan de stem van de Transplantman, natuurlijk.
‘Jij zit zeker te wachten totdat je je
tickets kan gaan ophalen’.
‘Nouuu… dat heb ik eigenlijk al gedaan’.
‘Zo zo.
Nou het mag ook nog steeds hoor, we hebben
het nog even besproken in het team en ik heb ook nog even naar je bloed gekeken
net…
Alles goed, alleen ja, die EBV is nu
natuurlijk door alle extra immuunsuppressie weer verhoogd.
Ga je voorzichtig zijn? Ga je bellen bij
het kleinste detail? Ga je goed je temp monitoren?’.
Uiteraard ging ik dat allemaal doen.
‘Dan wens ik je heel veel plezier, Djuna,
zie ik je volgende week weer’.
Leven met nieuwe longen is zo bizar- absurd
eigenlijk.
Ik probeer mij weer de woorden van de
Transplantman te herinneren:
‘Je HOEFT niet alles NU te doen, Djuna, er
is ECHT nog wel een morgen.
En een overmorgen en een volgend jaar’.
En ik was het echt gaan geloven, de
afgelopen maanden!
Nu moet ik het me alleen weer even
herinneren.
Weer wat bewuster tegen mijzelf zeggen:
Er is een morgen.
Hij noemt dat: ‘Een lesje nederigheid’.
Ik noem het mijn ‘morgen- geloof’.
Dat heeft nu even een klein deukje.
Daarom ga ik ook morgen op reis.
Hiii en niet overmorgen.
Maar hee.
Ik had ook vandaag kunnen gaan.
Dus.
Het komt wel weer, mijn morgen-geloof.
Als ik snel iets wil doen... neem ik altijd
Een schildpad mee.